Om de verspreiding van infectieziekten en virussen gedetailleerd in kaart te kunnen brengen, zijn data nodig, veel data. Infectieradar, een nieuw project van UHasselt en UAntwerpen, roept de hulp van burgers in: door één keer per week eventuele symptomen te melden, kan iedereen een steentje bijdragen. Het project maakt deel uit van een grootschalig Europees initiatief.
De uitbraak van de coronacrisis drukte ons allemaal met de neus op de feiten: een infectieziekte kan zich op heel korte tijd op grote schaal verspreiden, zeker wanneer veel besmette mensen slechts milde symptomen vertonen. Het is nochtans belangrijk om de verspreiding van een infectieziekte of van een virus van nabij op te volgen. Alleen dan kunnen tijdig maatregelen genomen worden.
In het kader van het SIMID-project (Simulation Models of Infectious Diseases) werken de universiteiten van Antwerpen en Hasselt al sinds 2006 rond het modelleren van de verspreiding van infectieziekten. Met de website infectieradar.be gaan de wetenschappers een stapje verder: ze willen de Belgen overtuigen om één keer per week online door te geven of ze koorts of andere symptomen zoals hoofd- of keelpijn hebben. Ook wie geen symptomen heeft, wordt gevraagd dat te melden. Met die info kunnen trends opgepikt worden nog voor de eerstelijnszorg er melding van maakt.
“Kijk bijvoorbeeld naar het coronavirus”, legt prof. Niel Hens (UHasselt/UAntwerpen) uit. “Op basis van data die bijvoorbeeld van de huisartsen komen, kunnen we ons een degelijk beeld vormen van de verspreiding van het virus in ons land. Als we ook relevante info van de Belgen zelf zouden krijgen, kunnen we het virus nog nauwgezetter volgen.”
Korter op de bal spelen
Wanneer mensen op de nieuwe website wekelijks de eventuele symptomen van zichzelf en van hun kinderen ingeven, kan een trend richting meer of minder infecties sneller worden opgepikt, en kunnen wetenschappers en beleidsmakers korter op de bal spelen.
Het nieuwe project krijgt financiële steun van het EU Horizon 2020 programma. “Infectieradar.be maakt deel uit van het Europese consortium Influenzanet”, vertelt dr. Lisa Hermans (UHasselt). “Logisch, want een infectieziekte stopt natuurlijk niet bij de grens. Dat zien we helaas heel duidelijk tijdens deze coronacrisis. Reeds elf Europese landen doen een beroep op burgers om gegevens over eventuele symptomen door te geven. Binnen Influenzanet gebeurt dit gestandaardiseerd, zodat de verschillende landen gemakkelijk met elkaar vergeleken kunnen worden.”
Bevolking plukt vruchten
Iedereen die in België woont en toegang heeft tot internet, kan deelnemen. Ook epidemioloog prof. Pierre Van Damme (UAntwerpen) zet zijn schouders onder het project. “Wetenschappers hebben nood aan data. Via infectieradar.be kan iedereen zijn of haar steentje bijdragen, en daar plukt uiteindelijk ook de hele bevolking de vruchten van. We starten met dit project tijdens de coronacrisis, maar ook in de – hopelijk coronaloze – toekomst zal dit platform van grote waarde zijn om de verspreiding van andere virussen en infectieziekten in kaart te brengen.”
Zijn collega prof. Philippe Beutels benadrukt dat de gegevens van de deelnemers volledig anoniem worden verwerkt. “De resultaten zullen op de website ook beschikbaar zijn voor het grote publiek. De komende maanden worden al meteen een interessante testcase: zo kunnen we de input van de deelnemers samen met de vaccinatiestatus van de bevolking bestuderen.”
Wil jij ook onderzoek aan UHasselt steunen? Ontdek op deze pagina alles over het Universiteitsfonds UHasselt.