Project R-9203

Moleculaire evolutie en cofylogenie van rhabdocoele platwormen als een case study voor de verwerving van endosymbiose. (Onderzoek)

De overgang van een vrijlevende levensstijl naar een nauwe associatie met een andere, niet verwante soort is een grote evolutionaire stap voor elk organisme. Dit gegeven weerspiegelt zich niet alleen in uitgesproken wijzigingen in lichaamsbouw, maar ook in een reeks snelle genetische veranderingen. Dit werd reeds vastgesteld in diverse soorten, gaande van planten over insecten en vissen tot vogels. Of dergelijke effecten veralgemeend kunnen worden naar alle symbiotische soorten is echter niet aangetoond. Teneinde dit te testen, zal ik de mitochondriale evolutie bestuderen in drie niet verwante groepen van endosymbiotische platwormen die leven in ongewervelde gastheren. Hiertoe zal ik het mitochondriaal genoom van de symbionten en hun vrijlevende verwanten vergelijken. Dit vertegenwoordigt drie onafhankelijke testen voor de correlatie tussen symbiose en genetische evolutie. Daarnaast beïnvloedt een symbiotische levensstijl ook processen gerelateerd met soortvorming. Zo kunnen de speciatieprocessen van endosymbionten al dan niet die van hun gastheer weerspiegelen. Verder kunnen nieuwe soorten symbiotische platwormen ontstaan door het kolonizeren van nieuwe gastheren, of kan één platwormsoort aanwezig zijn in een groot aantal gastheren. Om dit te onderzoeken zullen de speciatiepatronen van gastheren en hun endosymbionten onderling vergeleken worden om op die manier de evolutionaire geschiedenis van deze intrigerende dieren te ontrafelen.

01 oktober 2018 - 31 december 2020