Project R-15849

Het gebruik van idiosyncratische semantische netwerken om verschillen in angstgedrag te voorspellen en de uitdoving van angst te optimaliseren. (Onderzoek)

Associatief angstleren wordt beschouwd als een transdiagnostisch mechanisme dat ten grondslag ligt aan meerdere stoornissen. Onderzoek heeft aangetoond dat angstleren steunt op semantische kennis. Toch werd nooit de idiosyncratische aard van die semantische kennis erkend, noch hoe die individuele verschillen in angstgedrag zou kunnen verklaren. Hierdoor wordt een belangrijke bron van individuele verschillen in angstreacties in het laboratorium over het hoofd gezien, en belangrijker nog, blijft het klinische potentieel onverkend. In een reeks experimenten met gezonde vrijwilligers zal dit onderzoeksproject het potentieel van idiosyncratische semantische netwerken verkennen voor het voorspellen van angstgedrag en het optimaliseren van angstuitdovingsprotocollen. Door idiosyncratische semantische netwerken te schatten vóór een angstconditioneringsprocedure, gaan we onderzoeken of netwerkkenmerken individuele verschillen in angstgeneralisatie (WP1) en angstuitdoving en -heropleving (WP2) verklaren. Bovendien zullen we de netwerkkenmerken vervolgens gebruiken om angstuitdovingsprotocollen te optimaliseren door de selectie van stimuli voor angstuitdoving af te stemmen op het semantische netwerk van het individu (WP3). Die interdisciplinaire benadering belooft niet alleen een nieuw onderzoeksveld te openen, maar daagt ook bestaande theorieën uit en vormt een belangrijke en hoogstnodige eerste stap naar de ontwikkeling van geïndividualiseerde uitdovingsprotocollen voor angst.

01 januari 2025 - 31 december 2028