Project R-1833

Titel

Zaadendofyten: overbodig of onmisbaar bij de ontwikkeling van de plant? (Onderzoek)

Abstract

Plant-bacterie interacties zijn complex en werden reeds vaak bestudeerd omwille van hun uitgebreide toepassingsmogelijkheden. Een belangrijke groep binnen de endofyten, bacteriën die in de plant leven zonder schade toe te brengen, zijn de zaadendofyten. Deze bacteriën worden doorgegeven van generatie op generatie via de zaden en zijn reeds in het embryo aanwezig. Recent onderzoek suggereert dat zaden kunnen dienen als vector voor gunstige bacteriën [1, 2]. Er is echter maar weinig bekend over de invloed van zaadendofyten op zaadkieming en groei van de plant. Uit onderzoek met Nicotiana tabacum bleek dat zowel het aantal zaadendofyten als de kiemkracht afnemen bij oudere zaden [3]. Ten eerste zal onderzocht worden of verschillen in kieming en kiemkracht gerelateerd kunnen worden aan verschillen in de zaadendofytpopulatie. Hiervoor zal de kieming van Arabidopsis thaliana opgesplitst worden in verschillende fasen [4] waarvan de duur vergeleken zal worden voor zaden van verschillende leeftijden. Vervolgens zullen de zaadendofyten van Arabidopsis thaliana geïsoleerd uit zaden van verschillende leeftijden gekarakteriseerd worden door de productie van moleculen die belangrijk zijn bij de zaadkieming na te gaan. Op basis hiervan zullen zaadendofyten geselecteerd worden die gelabeld worden met ─green fluorescent protein┌ [5] zodat het kolonisatiepatroon in de wortel onderzocht kan worden met behulp van confocale microscopie. Ten slotte zullen de groeipromoverende eigenschappen van deze zaadendofyten bestudeerd worden in het modelorganisme Arabidopsis thaliana. Ondermeer de wortelgroei, biomassa en eiwitexpressie zullen vergeleken worden tussen geïnoculeerde en niet-geïnoculeerde planten.

Periode

01 oktober 2009 - 30 september 2011