Fietsen is een duurzaam en gezond alternatief voor de auto, maar het is sterk afhankelijk van een goede infrastructuur. Veel steden hebben nog steeds geen fietsvriendelijke wegen, wat fietsen ontmoedigt. Door te begrijpen wat fietsen veiliger en comfortabeler maakt, kunnen we het voor meer mensen een haalbare vervoersoptie maken.

Tijdens zijn doctoraatsonderzoek ontwikkelde Tufail nieuwe kaders om fietsinfrastructuur te beoordelen door gegevens van slimme apparaten zoals smartphones en slimme fietsverlichting te combineren met de mening van fietsers. Deze tools (toegepast in Hasselt, België) hielpen bij het meten van het comfort en de algehele fietsvriendelijkheid van fietsvoorzieningen.

Tufail ontdekte dat slimme technologieën effectieve en goedkope hulpmiddelen zijn om het fietscomfort te beoordelen. Het onderzoek introduceerde ook een “Bikeability Index” om planners te helpen begrijpen wat fietsers nodig hebben, zoals gelijkmatige oppervlakken, veiligheidsvoorzieningen, betere connectiviteit, enz. De resultaten van zowel slimme technologieën als de bikeability-index werden vergeleken met de reeds gevestigde methoden in de literatuur. Er werd een zeer goede correlatie gevonden; de resultaten zijn dus betrouwbaar.

Deze resultaten kunnen als leidraad dienen voor stadsplanners bij het ontwerpen en voorstellen van verbeteringen in de fietsinfrastructuur om fietsen als duurzaam vervoermiddel te promoten. Meer fietsers betekent minder gemotoriseerd verkeer, schonere lucht en gezondere gemeenschappen. Toekomstig werk zou deze aanpak kunnen uitbreiden naar andere regio's en de hulpmiddelen kunnen verfijnen om factoren zoals het weer of culturele voorkeuren mee te nemen. Het doel is om wereldwijde benchmarks te creëren voor fietsvriendelijke infrastructuur. Door te blijven innoveren en aanpassen, kunnen steden wereldwijd fietsvriendelijk en duurzaamheid nastreven.