Zwangerschapsvergiftiging

Zwangerschapsvergiftiging

Wat is zwangerschapsvergiftiging?

Pre-eclampsie, oftewel "zwangerschapsvergiftiging", is een aandoening die zwangere vrouwen kan treffen vanaf de tweede helft van de zwangerschap tot zes weken na de bevalling. De aandoening heeft een nadelige invloed op zowel de moeder als het ongeboren kindje. Ongeveer 3-5% van alle zwangerschappen worden beïnvloed door pre-eclampsie.

Pre-eclampsie is een aandoening die onverwachts optreedt. Het wordt gekarakteriseerd door een hoge bloeddruk (hypertensie, gemeten op twee verschillende momenten per dag) en de overmatige aanwezigheid van eiwitten in de urine (proteïnurie, meer dan 300 mg/24u). Dit wordt steeds gecontroleerd tijdens de routinematige afspraken bij uw arts of vroedvrouw. In een normale zwangerschap ligt de bloeddruk rond 120/80 mmHg en bedraagt het eiwitverlies minder dan 300 mg/24u.


Pre-eclampsie kan onderverdeeld worden in 2 groepen:

Vroege pre-eclampsie

Hierbij wordt pre-eclampsie vastgesteld voor 34 weken. Dit is de meest ernstige vorm waarbij de situatie snel evolueert. De bloeddruk kan oplopen tot meer dan 160/100 mmHg. Het eiwitverlies in de urine bedraagt vaak meer dan 3g/24u. De baby heeft bij 80% van de gevallen een groeiachterstand. In dit geval ligt de oorzaak vooral bij een slecht werkende moederkoek of wanneer er foute genen aanwezig zijn in het lichaam.

Late pre-eclampsie

Bij late pre-eclampsie, de mildere vorm, ontwikkelt pre-eclampsie zich na de 34e week. De bloeddruk ligt dan rond 140/90 mmHg en de proteinurie bedraagt meer dan 300mg/24u. De groei van de baby is slechts bij 20% van de patiënten verstoord. De oorzaak ligt hier eerder aan secundaire factoren, zoals een hoge leeftijd, een verhoogd BMI, een tweelingzwangerschap, …

Zwangerschappen met bloeddrukproblemen kunnen resulteren in ziektes en sterfte bij moeder en kind. Wanneer pre-eclampsie bijvoorbeeld niet behandeld wordt, dan kan dit leiden tot orgaanfalen bij de moeder, zoals ‘eclampsie’ of stuiptrekkingen die blijvende hersenschade kunnen uitlokken. Een te vroeg geboren baby met groeiachterstand kan levenslange gevolgen met zich meedragen.

Oorzaak en gevolg van zwangerschapsvergiftiging

Tot op heden is de exacte oorzaak van pre-eclampsie nog steeds ongekend. Algemeen wordt aangenomen dat de ‘spiraalarteriën’ bij moeders met pre-eclampsie zich niet goed ontwikkelen en aanpassen tijdens de eerste prille weken van de zwangerschap. Spiraalarteriën zijn de bloedvaten van de baarmoeder die uitmonden in de moederkoek. In een gezonde zwangerschap neemt het bloedvolume toe om de baby te voorzien van de nodige voedingsstoffen en zuurstof. Hierdoor verwijden de bloedvaten en daalt de bloeddruk. Dit gebeurt echter niet bij vrouwen die lijden aan pre-eclampsie. Het bloedvolume stijgt niet sterk genoeg door een slechte ontwikkeling van de spiraalarteriën. De bloedvaten gaan onvoldoende open of trekken zelfs samen. Hierdoor ontstaat een hogere bloeddruk, om alsnog te proberen zuurstof en voedingsstoffen richting de baby te sturen. Het lage bloedvolume leidt over het algemeen tot een lagere doorbloeding van de moederkoek, de nieren, de lever en de hersenen van de moeder. Op zijn beurt leidt dit tot een verstoorde werking van deze organen waardoor ze langzaam ontregeld worden.

Pre-eclampsie kan leiden tot de volgende problemen bij de moeder:

  • Het loskomen van de moederkoek
  • Het uitvallen van de nieren
  • Het optreden van stuipaanvallen
  • Bloedingen in de lever en hersenen
  • Stollingsstoornissen
  • Opstapeling van vocht in de longen
  • ARDS, oftewel ‘acute respiratory distress syndrome’: longfalen
  • Chronische hypertensie

Een lagere bloedvoorziening aan de baby kan resulteren in:

Groeivertraging

De lagere bloedvoorziening aan de moederkoek leidt tot een daling in de hoeveelheid voedingsstoffen die een baby kan ontvangen. De groei en ontwikkeling wordt verstoord.

Zuurstoftekort/Acidose (verzuring)

Door de daling in de bloedvoorziening krijgt de baby te weinig zuurstof. Het lichaampje zal meer melkzuur produceren. Indien het zuur overmatig aanwezig is, zal de baby verzuren, waardoor hij/zij bewusteloos zal geraken en minder zal bewegen. Op dat moment moet de baby zo snel mogelijk geboren worden.

Vroegtijdige geboorte: laag geboortegewicht, orgaanfalen

Wereldwijd zorgt pre-eclampsie voor 20% van de 13 miljoen vroegtijdige geboortes per jaar. Vroeggeboorte vindt plaats wanneer de organen nog onvoldoende ontwikkeld zijn. Ze kunnen zonder ondersteuning niet goed functioneren en raken soms levenslang beschadigd.

Verschillende aandoeningen

Het ongeboren kindje kan op volwassen leeftijd omwille van de pre-eclampsie mogelijks een hoger risico hebben op:

  • Een metabool syndroom
  • Diabetes
  • Longziekten
  • Hartziekten
  • Een beroerte
  • Hersenschade: epilepsie , blind- en doofheid, leerstoornissen

Overlijden

Het overlijden van het kindje is één van de ergste gevolgen van pre-eclampsie. Dit kunnen zowel miskramen zijn alsook het overlijden van premature baby’s.

Er zijn aanwijzingen dat pre-eclampsie voorkomt uit een genetische voorbeschiktheid, maar ook de invloed van een aantal risicofactoren spelen een rol: diabetes, leeftijd, vooraf bestaande ziektes, immuunstoornissen, tekort aan voedingssupplementen, … waardoor de moederlijke bloedvaten zich slecht aanpassen aan de zwangerschap.

Samengevat, vrouwen die lijden aan pre-eclampsie kunnen een gezond kindje op de wereld brengen en volledig herstellen. Echter, pre-eclampsie kan ook levensbedreigend worden. Een groot deel van de vrouwen die lijden aan pre-eclampsie moeten vroegtijdig bevallen om orgaanfalen te voorkomen. Hypertensieve aandoeningen, waaronder pre-eclampsie, zijn één van de belangrijkste oorzaken van overlijden van vrouwen tijdens de zwangerschap. Bovendien vormt pre-eclampsie ook een bedreiging voor het ongeboren kind omwille van de hogere kans op vroeggeboorte en groeiachterstand.

Symptomen van zwangerschapsvergiftiging

Het is belangrijk om te weten dat pre-eclampsie vaak symptoomloos voorkomt. Wanneer symptomen wel aanwezig zijn, gaat het over zeer vage klachten die vaak ook als normale zwangerschapsklachten worden geïnterpreteerd zoals:

  • Hoofdpijn
  • Buikpijn
  • Kortademigheid
  • Opgezwollen handen/voeten/gezicht (oedeem)
  • Een branderig gevoel in de borstkas
  • Pijn aan de rug
  • Pijn in de bovenbuik
  • Duizeligheid
  • Overgeven
  • Verwarring
  • Wazig zicht (lichtflitsen zien)
  • Hoge gewichtstoename

Deze klachten treden meestal pas op als de zwangerschap reeds ver is gevorderd. Ook tot zes weken na de bevalling kunnen deze symptomen zich voordoen. Het wordt dan aangeraden om meteen contact op te nemen met uw arts. Hoewel dit natuurlijk niet meer schadelijk is voor de baby, blijft pre-eclampsie na de bevalling kritisch voor de moeder. Doordat nieuwe moeders na hun bevalling mogelijks weinig slapen, eventueel aan een postnatale depressie lijden, meer aandacht geven aan hun baby of geen eerdere ervaring hebben met de situatie na een bevalling, zijn ze snel geneigd hun symptomen te negeren. Ongeveer 80% van de vrouwen die sterven ten gevolge van pre-eclampsie, sterven daarom na de bevalling.

Uiteraard zijn hoge bloeddrukken en eiwitverlies de belangrijkste symptomen, al zijn die moeilijk voelbaar als moeder. Door bijkomende testen te laten uitvoeren door uw arts, kunnen ook de andere symptomen van pre-eclampsie herkend worden waaronder:

  • Een groeiachterstand bij de baby
  • Urinezuur in het bloed
  • Een verhoogde afbraak van rode bloedcellen (hemolyse)
  • Stijging van de leverenzymen
  • Daling van de bloedplaatjes
  • Gestoorde stolling
  • Slecht aangepast hart- en vaatstelsel*

Preventie en behandeling van zwangerschapsvergiftiging

Tot op heden bestaan er nog geen preventieve maatregelen of behandelingen om pre-eclampsie te voorkomen of genezen. Dit komt voornamelijk omdat de exacte oorzaak nog niet gekend is.

Echter, een vroege diagnose van pre-eclampsie zou de gevolgen kunnen beperken. Hoe langer de aandoening in de zwangerschap onderdrukt kan worden, hoe minder nadelen het kind en de moeder aan de aandoening ondervinden. De Limburgse ziekenhuizen (in samenwerking met Universiteit Hasselt) proberen hierop in te spelen a.d.h.v. het Limpron project.

Bij pre-eclampsie is een persoonlijke behandeling noodzakelijk, omwille van de vele factoren die invloed hebben. Hierdoor is het mogelijk dat een preventieve – of genezingstherapie die werkt voor één vrouw, niet werkt voor een andere vrouw.

Op dit moment kan pre-eclampsie enkel ”genezen” worden door het baren van het kind en de placenta. Omwille van de gevolgen van prematuriteit wordt dit liefst zo lang mogelijk uitgesteld. Daarom worden, wanneer de situatie dit toelaat, in eerste instantie bloeddrukverlagende medicatie voorgeschreven vanaf het moment van diagnose. Bij heel acute gevallen, gaat men direct over naar het inleiden van de bevalling of zelfs een keizersnede. Het onmiddellijk risico vermindert voor zowel moeder als kind. Indien er nog voldoende tijd is, worden steroïde-hormonen voorgeschreven om de rijping van de longen van het kindje te bevorderen voor hij/zij geboren wordt.

Bij ernstige pre-eclampsie krijgen de vrouwen magnesiumsulfaat toegediend om eclampsie te voorkomen. Eclampsie is een ernstige complicatie van pre-eclampsie, waarbij één of meerdere beroertes zich kunnen voordoen tijdens of na de zwangerschap. Wanneer deze aandoening niet behandeld wordt, kunnen deze beroertes namelijk leiden tot coma, hersenschade, en mogelijks tot het overlijden van moeder of kind. Het is dus zeer belangrijk op tijd de bloeddrukken en de hersenfunctie te controleren tijdens een zwangerschap!

Risico factoren van zwangerschapsvergiftiging

Bij 3-5% van al de zwangere vrouwen komen pre-eclampsie en andere hypertensieve aandoeningen voor. Het risico op pre-eclampsie is het grootst bij een eerste zwangerschap. Er zijn echter nog andere risicofactoren, waaronder:

  • Een voorgeschiedenis van pre-eclampsie: er is een herhalingsrisico op het krijgen van pre-eclampsie bij een 2e zwangerschap, al komt de diagnose over het algemeen dan 6 weken later.
  • Een meerlingzwangerschap
  • Een voorgeschiedenis van chronische hoge bloeddruk, diabetes, nierziekte of orgaantransplantatie
  • Obesitas (BMI > 30)
  • Zwanger zijn op een leeftijd ouder dan 40 jaar of jonger dan 18 jaar
  • Een familiale voorgeschiedenis van pre-eclampsie
  • Lijden aan een auto-immune aandoening, waaronder lupus of rheuma
  • Trombofilie

Indien er geen sprake was van pre-eclampsie bij de eerste zwangerschap is het risico op pre-eclampsie bij een volgende zwangerschap eerder klein, op voorwaarde dat deze plaatsvindt binnen tien jaar na de vorige zwangerschap. Het risico kan ook terug verhogen indien bij de 2e zwangerschap bepaalde factoren anders zijn, zoals:

  • Een leeftijd van > 40 jaar
  • Een toegenomen gewicht
  • Het kindje een andere vader heeft
  • De moeder ondertussen bepaalde ziektes heeft ontwikkeld

Onderzoek wijst aan dat het risico op het terug krijgen van pre-eclampsie ongeveer 20% is. Experten verwijzen echter naar een herhalingsrisico tot zelfs 80%, afhankelijk van de ernst en het tijdstip tijdens de eerste zwangerschap. Dit gegeven wordt echter nog volop onderzocht. Over het algemeen geldt wel dat de tweede maal dat pre-eclampsie optreedt, dit in een minder ernstige vorm is dan de eerste maal en bijna steeds op een later tijdstip in de zwangerschap.

Gestationele hypertensieve aandoeningen

Naast pre-eclampsie zijn er nog andere gestationele hypertensieve aandoeningen die een impact kunnen hebben op de zwangerschap:

Gestationele hypertensie of zwangerschapshypertensie

Vrouwen die lijden aan gestationele hypertensie hebben net zoals bij pre-eclampsie een hoge bloeddruk (>140/90 mmHg). De vrouwen hebben echter geen overmaat aan eiwitten in de urine (<300 mg/24u) en de aandoening gaat niet gepaard met schade aan de organen. Men spreekt over gestationele hypertensie wanneer de vrouw al meer dan 20 weken zwanger is en blijvende hoge bloeddrukproblemen heeft gedurende de verdere zwangerschap. De zwangerschap is voor het hart en de bloedvaten een enorme stress-test. Vrouwen die voorbeschikt zijn om in de toekomst bloeddrukproblemen te krijgen, kunnen door deze stress-test even bloeddrukproblemen ontwikkelen gedurende de periode van de zwangerschap. Deze verdwijnt meteen na de bevalling en keren pas terug op latere leeftijd. Sommige vrouwen die lijden aan deze vorm van hypertensie kunnen echter wel nog pre-eclampsie ontwikkelen in een later stadium in de zwangerschap. Dit zijn de vrouwen die tussen 12 weken en 20 weken stoornissen ontwikkelen van de aders.

Essentiële of chronische hypertensie

Bij deze vorm van hypertensie is een hoge bloeddruk aanwezig voordat de vrouw een zwangerschapsduur van 20 weken bereikt of reeds voor aanvang van de zwangerschap. Ook hier is er geen sprake van een overmaat aan eiwitten in de urine. Meestal gebruiken deze vrouwen reeds bloeddrukverlagende medicatie voor of van in het begin van de zwangerschap. Deze behandeling wordt verder gezet na de bevalling.

HELLP syndroom

HELLP staat voor “Hemolysis, Elevated Liver enzymes and Low Platelet count”. Er is dus sprake van hemolyse (=afbraak van rode bloedcellen), een gestegen hoeveelheid leverenzymen, hetgeen wijst op een gestoorde werking van de lever, en een daling van de bloedplaatjes, met stollingsproblemen als gevolg. Het syndroom kan heel snel levensbedreigend worden voor moeder en kind. De symptomen van het HELLP syndroom zijn onder andere:

  • Misselijk
  • Overgeven
  • Hoofdpijn
  • Buikpijn (rechts bovenaan, ter hoogte van de leverstreek)
  • Zichtstoornissen (lichtflitsen of scotomen)

Het syndroom is vooral gevaarlijk omdat verschillende orgaansystemen beschadigd raken. De aandoening kan zich voordoen nog voor er hoge bloeddrukken gedetecteerd kunnen worden. Soms wordt er zelfs nooit een hoge bloeddruk gemeten.

Het HELLP syndroom kan een ernstige verwikkeling zijn van pre-eclampsie, maar het kan pre-eclampsie ook voorafgaan. Ook tot ongeveer 48 uur na de bevalling kan het syndroom zich nog voordoen bij vrouwen met pre-eclampsie.

Bloedvaten en zwangerschapsvergiftiging

Gedurende de zwangerschap ondergaat het moederlijke hart- en bloedvatensysteem vele veranderingen. Indien er iets verkeerd gaat in deze veranderingen, kan dit leiden tot complicaties bij de moeder of de ongeboren baby. Daarom is het zeer belangrijk om deze aanpassingen van het hart- en bloedvatenstelsel zo goed mogelijk te begrijpen.

Het hart, de slagaders (arteriën), de aders (venen) en de microcirculatie vormen één gesloten circuit in het lichaam. Hierdoor is het lichaam in staat elk orgaan te voorzien van zuurstofrijk bloed en in elk orgaan het zuurstofarme bloed terug te verzamelen en af te voeren, waardoor het orgaan optimaal kan functioneren.

Het hart

Het hart is een holle spier die kan voorgesteld worden als een pomp die voortdurend bloed doorheen heel het lichaam stuwt via de bloedvaten. Normaal pompt het hart zo een 60 tot 70 keer per minuut. Bij elke slag verplaatst het hart ongeveer 70 ml bloed per minuut. Het hart zal echter sneller slaan wanneer het lichaam dit nodig heeft, zoals bij inspanningen of gedurende een zwangerschap. Bij de zwangerschap ligt dit rond +/- 85-90 slagen per minuut bij rust om de nodige zuurstof en voedingstoffen te kunnen voorzien aan de baby.

De bloedvaten kunnen onderverdeeld worden in 3 compartimenten: slagaders, microcirculatie en aders.

De slagaders (arteriën)

De slagaders (rood) zijn stevige, elastische bloedvaten die zuurstofrijk bloed vervoeren van het hart naar alle organen en weefsels. De grote lichaamsslagader (aorta) ontspringt in het hart en daalt af naar de buikholte. Vanuit deze aorta takken kleinere slagaders af richting de organen. Gedurende de zwangerschap neemt het totale bloedvolume toe. Het is dan nodig dat de slagaders uitzetten of versoepelen, zodat een groter bloedvolume gemakkelijk kan passeren richting de organen zonder dat de druk in de slagaders stijgt.

De microcirculatie

In het orgaan splitsen de slagaders zich continue op tot dat een groot aantal haarvaten ontstaan. Ter hoogte van deze haarvaten gebeurt er een uitwisseling van zuurstof en voedingsstoffen uit het slagaderbloed met de cellen van het orgaan. Deze geven hun afvalstoffen af in ruil voor de nieuwe energie en zuurstof. Op deze manier is elk orgaan of weefsel van voldoende energie voorzien om te kunnen groeien en functioneren. Na de uitwisseling verzamelen kleine aders het zuurstofarme bloed met de afvalstoffen.

De aders (venen)

Het zuurstofarme bloed in de kleine aders versmelten in steeds groter wordende aders (blauw). Deze aders vervoeren het zuurstofarme bloed van de organen en weefsels terug richting het hart om zich daar terug via de longen te laten verrijken met zuurstof. Venen hebben eerder een ‘slappe’ wand zodat ze gemakkelijk kunnen uitzetten en bevatten ook klepjes zodat bloed niet kan terugstromen onder invloed van de zwaartekracht. Ook de venen zullen in de zwangerschap nog versoepelen en uitzetten om het extra bloed te kunnen opvangen.

Limburgs Pre-eclampsie Onderzoek - LimPrOn

Hoe meten we hart en bloedvaten?

Met de juiste technieken is het mogelijk het hart- en bloedvatensysteem, samen met zijn aanpassingen in de zwangerschap, in kaart te brengen. Hierdoor wordt preventie, behandeling en een nauwgezette opvolging van vrouwen met risico op bloeddrukproblemen tijdens zwangerschap mogelijk. Het onderzoek wordt uitgevoerd met behulp van niet-invasieve, gemakkelijk toepasbare, snelle en betrouwbare toestellen: echografie van de bloedvaten, de impedantie cardiografie en bio-impedantie.

Echografie van aders en slagaders van de zwangere vrouw

Met Doppler echografie kunnen organen of bloedvaten niet-invasief in beeld worden gebracht met behulp van onhoorbare geluidsgolven. Een microfoontje, de transducer, ontvangt de geluiden opnieuw na ze uitgezonden te hebben. Deze geluidsgolven worden dan omgezet tot beelden die zichtbaar zijn op de monitor.

In kader van opsporing naar zwangerschapsvergiftiging wordt er gekeken met de echo naar de aders in de moederlijke nieren, lever en baarmoederwand waarbij de stijfheid gemeten wordt. De bloedvaten in een gezonde zwangerschap zullen uitzetten en versoepelen om plaats te maken voor extra bloed. Bij mama's met zwangerschapsvergiftiging blijven de bloedvaten doorgaans te stijf, er zal geen versoepeling plaats vinden. Door de stijfheid te meten via verschillende maternale echo’s op verschillende zwangerschaps-termijnen, kan er gezien worden of deze aanpassingen al dan niet gebeurd zijn.

Impedantie cardiografie (ICG)

ICG is een veilige en niet-invasieve methode om parameters van het hart op te meten. Twee sensors worden hierbij geplaatst ter hoogte van de hals en twee ter hoogte van de ribben. Deze test duurt slechts enkele minuten en wordt eerst uitgevoerd in een liggende positie en nadien in een staande positie.

Dit toestel geeft een waaier aan parameters over het functioneren van het hart. In een zwangerschap zullen niet enkel de bloedvaten zich moeten aanpassen, maar ook het hart. Het hart is één functionerend geheel met de bloedvaten, waardoor zij elkaar kunnen beïnvloeden. Indien de bloedvaten zich moeilijker aanpassen aan de zwangerschap en niet uitzetten, zal het hart zich hier anders op instellen dan wanneer de bloedvaten wél aanpassen en uitzetten. Deze hartmonitor is een gemakkelijke, veilige methode om dit gegeven op te meten.

Bio-impedantie

Bio-impedantie kan op een niet-invasieve manier de samenstelling van het menselijk lichaam en de hoeveelheid lichaamsvocht opmeten. Deze test duurt slechts 5 seconden, waarbij er 2 sensors ter hoogte van de rechterhand en rechtervoet worden aangebracht.

In de zwangerschap verandert de lichaamssamenstelling en het lichaamsvocht ook. Bij vrouwen met zwangerschapsvergiftiging zien we vaak ‘oedeemvorming’, waarbij zij het vocht onderhuids in de handen en voeten opstapelen. Via dit toestel kan gemeten worden of de vochtbalans bij een zwangere nog steeds in orde is.

Het onderzoek duurt in totaal ongeveer 30 minuten. Een korte video over deze technieken kan u bezoeken via deze link

Hoe interpreteren we de resultaten?

We maken van elke patiënt een "cardiovasculair profiel", wat zoveel wil zeggen als een landkaart van je hart en bloedvaten aan de hand van de resultaten van de maternale echo, de hartmonitor en de vochtmeting. Na de meting geeft de combinatie van parameters ons een idee in welke richting jouw cardiovasculair profiel is geëvolueerd tijdens de zwangerschap. Bepaalde afwijkingen zijn heel typisch voor gestationele hypertensie, essentiële hypertensie of zwangerschapsvergiftiging zoals je hieronder kan zien in de figuur. Hoe meer groen de figuren kleuren, hoe gezonder jouw hart en vaten. Hoe meer rood de figuur kleurt, hoe meer jouw hart en bloedvaten afwijken en hoe ernstiger de situatie is.

Het uitvoeren van twee opeenvolgende metingen (idealiter rond 12 weken en rond 20 weken) geeft ons een goede inschatting van de kans op het ontwikkelen van bloeddrukproblemen later in de zwangerschap.
Indien je alarmsignalen ondervindt in een verder stadium van je zwangerschap, kan er alsnog een goede inschatting gegeven worden van je risico via deze onderzoeken.

Opvolging: wat doen we met de resultaten?

Op basis van je resultaten en de voorspelde zwangerschapsuitkomst, zullen jij en je gynaecoloog een gepersonaliseerd advies krijgen. 

  • Mogelijke adviezen voor de hoog risicogroep:
  • Opstart medicatie (aspirine, calcium, bloeddrukverlagers, ...)
  • Aanpassing van je medicatie
  • Regelmatig eiwitten in urine meten via urine dipstick
  • Meer beweging
  • Opstart telemonitoring
  • ...

Opvolging via telemonitoring

Dit is een systeem waarbij de zwangere mama 3 meettoestelletjes mee naar huis krijgt: een bloeddrukmeter, een weegschaal en een stappenteller. Alle meetresultaten worden rechtstreeks via een applicatie op de smartphone naar het ziekenhuis doorgestuurd. Dagelijks kijken vroedvrouwen deze resultaten na en verwittigen je begeleidende gynaecoloog wanneer de meetwaarden alarmerend worden. Op deze manier kan de situatie nauwgezet opgevolgd worden zonder de patiënt te belasten met vele ziekenhuisbezoeken of opnames op de afdeling.

Opvolging via deze methode leert ons dat we de probleemzwangerschappen een stuk beter kunnen begeleiden en de uitkomst ook minder ernstig wordt.

Voor wie?

Juist zwanger?

Indien u minstens 1 alarmsignaal hebt voor of bij het begin van uw zwangerschap dat van toepassing is:

  • Voorgeschiedenis van pre-eclampsie of aanverwante vorm
  • Familiale voorgeschiedenis van pre-eclampsie of aanverwante vorm
  • Voorgeschiedenis van chronisch verhoogde bloeddrukken, diabetes, nierziekte, orgaantransplantatie, trombofilie,...
  • Meerlingzwangerschap
  • Obesitas (BMI>30)
  • Lijden aan auto-immune aandoening: lupus, reuma
  • Leeftijd toekomstige mama >40 jaar of <18 jaar
  • 2e zwangerschap met andere papa

Al even zwanger?

Indien u minstens 1 risicofactor hebt tijdens uw zwangerschap dat van toepassing is:

  • Hoge bloeddrukken >140/90 mmHg
  • Eiwitten in urine
  • Overmatig vochtophoping in aangezicht, handen en voeten
  • Ernstige, kloppende hoofdpijn
  • Zien van flitsen, sterretjes, vlekken
  • Plotselinge misselijkheid of overgeven vanaf 2e trimester
  • Gewichtstoename van >1kg/week

Verwijzende ziekenhuizen

Benieuwd of jouw ziekenhuis al heeft samengewerkt met ons?
Voor verdere vragen of een afspraak, contacteer ons team via limpron@uhasselt.be.

Steun Limpron

Het Limburg Pre-eclampsie Onderzoek (LimPrOn) wil bouwen aan een gespecialiseerde zorg die afgestemd is op elke patient. De jarenlange onderzoeken van Prof. dr. Gyselaers zorgen vandaag voor een basis waarmee de patient al sterk geholpen kan worden. Dit onderzoek kwam in eerste instantie tot stand door beurzen van UHasselt en de overheid. Er blijft desondanks nood aan verder onderzoek, verdere ontwikkeling van de technieken en van de opvolgingsmethoden om steeds betere, gepastere preventie- en behandelingsmethoden te bieden. Onderzoek, maar ook de opleiding van vroedvrouwen of onderzoekers, kost echter tijd en geld.

Om dit te bereiken, is uw steun van immens belang!

Doneer zelf een bijdrage, organiseer een leuke actie waarvan de opbrengst naar het Limburgs Pre-eclampsie Onderzoek kan gaan of een wetenschappelijke lezing waar onze onderzoekers komen vertellen over de problematiek. Laat het ons weten!

Uw financiële steun kan via de volgende gegevens:
Naam: Universiteit Hasselt
Adres: Martelarenlaan 42, 3500 Hasselt, Belgie
Rekeningnummer: BE36 4532 5278 1181 - (BIC-code KREDBEBB) met vermelding van: LIMPRON en uw rijksregisternummer

Bij een gift van minimaal 40 euro (op jaarbasis) ontvangt u een fiscaal attest. Dit geeft recht op een belastingsvermindering van 45% van het bedrag, los van hoeveel uw inkomen bedraagt.

Pregnancy Remote Monitoring - PREMOM

Over PREMOM II

PREMOM
Pregnancy Remote Monitoring

Een project van UHasselt en ZOL Genk (Limburg Clinical Research Center) in samenwerking met UZA, UZ Leuven, AZ Sint-Jan Brugge-Oostende en AZ Sint-Lucas Brugge, met de steun van het FWO.

Onze doelstelling

Dit onderzoek wordt uitgevoerd om na te gaan of nieuwe technologie kan helpen in het verbeteren van de zwangerschaps-uitkomsten bij zwangeren met een verhoogd risico op het ontwikkelen van zwangerschapsvergiftiging tijdens hun zwangerschap, en om de zorg die ze ontvangen te verbeteren. Het is vaak zo dat een te hoge bloeddruk pas opgepikt wordt wanneer de zwangeren voor een controle bij de gynaecoloog of de vroedvrouw is, of wanneer de zwangere zich onwel voelt en hiervoor naar het ziekenhuis gaat (bijvoorbeeld via de Spoed afdeling). In dit onderzoek wordt het gebruik van telemonitoring toegevoegd aan de prenatale opvolging van deze zwangeren getest.

Onze partners

De studie wordt uitgevoerd door onderzoekers van UHasselt en ZOL (Ziekenhuis Oost-Limburg) Genk, in samenwerking met het Universitair Ziekenhuis Antwerpen (Edegem), het Universitair Ziekenhuis Leuven (Leuven), het Algemeen Ziekenhuis Sint-Jan (Brugge – Oostende) en het Algemeen Ziekenhuis Sint-Lucas (Brugge). Dit onderzoek wordt gefinancierd door het Fonds Wetenschappelijk Onderzoek door middel van een beurs Toegepast Biomedisch onderzoek met een primair Maatschappelijke Finaliteit (FWO-TBM).


Hoe zal dit onderzoek uitgevoerd worden?

Het onderzoek start tussen 11 en 14 weken zwangerschap met een risicobepaling naar de opsporing van zwangerschapsvergiftiging. Indien u een verhoogd risico heeft, kan u deelnemen aan de studie. In totaal zullen ongeveer 6100 zwangeren, verspreid over de vijf ziekenhuizen, gevraagd worden om deel te nemen.

Wie mag deelnemen?

Alle vrouwen die  voor het eerst zwanger zijn of vrouwen die in een vorige zwangerschap reeds problemen hadden met de  bloedduk of gediagnostieerd werden met zwangerschapsvergifiting/HELLP-syndroom.

 

Project

Waarom wordt dit onderzoek gedaan?

Dit onderzoek wordt uitgevoerd om na te gaan of nieuwe technologie kan helpen in het verbeteren van de zwangerschaps-uitkomsten bij zwangeren met een verhoogd risico op het ontwikkelen van zwangerschapsvergiftiging of pre-eclampsie tijdens de zwangerschap, en om de zorg die ze ontvangen te verbeteren.

Het is vaak zo dat de symptomen van pre-eclampsie (bv. te hoge bloeddruk, vochtophouding, eiwitten in urine) pas opgemerkt worden wanneer de zwangere voor een controle bij de gynaecoloog of de vroedvrouw komt, of wanneer de zwangere zich onwel voelt en hiervoor naar het ziekenhuis gaat (bijvoorbeeld via de spoed afdeling). In dit onderzoek wordt het gebruik van telemonitoring toegevoegd aan de prenatale opvolging van deze zwangeren getest. Het is hiermee een aanvulling op de zorg die ze gewoonlijk ontvangen. Dit project wordt het PREMOM (Pregnancy Remote Monitoring) project genoemd.

Wij zullen deelnemende zwangeren vragen om een aantal belangrijke parameters die te maken kunnen hebben met deze bloeddrukproblemen te meten. Wij zijn geïnteresseerd in hoe de telemonitoring de zwangerschapsuitkomsten beïnvloed en uw prenatale follow-up beïnvloed, net zoals de invloed die het kan hebben op de economische aspecten van de gezondheidszorg. We zijn ook geïnteresseerd in het precieze werkingsmechanisme van telemonitoring.

Wie kan er deelnemen?

Zwangeren met een verhoogd risico op de ontwikkeling van zwangerschapsvergiftiging tijdens de zwangerschap. Deze risicoberekening gebeurd op basis van de FMF tool, waarbij het risico door maternale factoren  gecombineerd wordt met verschillende biochemische en biofysische kenmerken (8). Idealiter wordt deze test tussen de 11 en de 14 weken zwangerschap afgenomen.  De volgende kenmerken worden in rekening gebracht:

  • Maternale kenmerken (zoals leeftijd, body mass index, etc)
  • Gemiddelde arteriële druk (mean arterial pressure – MAP)
  • Gemiddelde pulsaliteitsindex van de uteriene aders (uterine artery pulsatility index – UtA-PI)Obstetrische voorgeschiedenis
  • Medische voorgeschiedenis

Bijkomend wordt er met het afnemen van de Niet-Invasieve Prenatale Test (NIPT) test een extra buisje bloed afgenomen. Deze test is ontwikkeld door Roche Diagnostics. Op basis van angiogene factoren, zoals de placental growth factor (PIGF) en soluble fms-like tyrosine kinase – 1 (sFlt-1), kan men een voorspelling doen naar de ontwikkeling van vroege pre-eclampsie. Hiervoor is er geen financiële meerkost omdat deze kosten door de studie gedragen worden. Zwangeren die hier een verhoogd risico op hebben worden geïncludeerd in PREMOM II.

Hoe zal dit onderzoek worden uitgevoerd?

Het onderzoek start tussen 11 en 14 weken zwangerschap met een risicobepaling naar de opsporing van pre-eclampsie. Wanneer u een verhoogd risico heeft, kan u deelnemen aan de studie. In totaal wordt getracht ongeveer 6100 deelnemers , verspreid over de vijf ziekenhuizen, te includeren in de studie.

U zal in één van de drie volgende groepen ingedeeld worden:

DE PATIËNT ZELF-MEET GROEP: u krijgt een bloeddrukmeter mee naar huis die gekoppeld wordt aan een app. Hiermee kan u zelf uw vitale parameters opvolgen. Deze gegevens worden niet nagekeken door de zorgverleners in het ziekenhuis. Wanneer u vragen heeft of zich zorgen maakt, kan u wel steeds contact opnemen met uw gynaecoloog of vroedvrouw.

DE TELEMONITORING GROEP: u krijgt een bloeddrukmeter mee naar huis die gekoppeld wordt aan een app. Hiermee kan u zelf uw vitale parameters opvolgen. Deze waarden worden dagelijks nagekekend door de vroedvrouw. Wanneer er afwijkende waarden verschijnen neemt zij contact op met uw verantwoordelijke gynaecoloog. Indien nodig zullen zij een beleid opstellen (zoals een extra prenatale controle, het aanpassen of opstarten van bloeddrukmedicatie, …). Wanneer u vragen heeft of zich zorgen maakt, kan u steeds contact opnemen met uw gynaecoloog of vroedvrouw hierover.

DE CONTROLE GROEP: u zal geen toestellen of app ontvangen. U ontvangt de standaard zorg zoals deze in de huidige medische praktijk wordt toegepast.

Indien u in de patiënt zelf monitoring groep of de telemonitoring groep zit, zullen wij u van de volgende technologische items voorzien:

EEN APP: deze app verzamelt de vitale parameters die u dagelijks gaat meten op uw Smartphone. Ook wordt er aan u gevraagd om één maal per week uw gewicht in deze app in te geven. Via uw Smartphone worden deze gegevens doorgestuurd naar de vroedvrouw in het ziekenhuis, die deze wel (wanneer u in de telemonitoringgroep zit) of niet (wanneer u in de patient zelf monitoring groep zit) zal nakijken en opslaan.

EEN BLOEDDRUKMONITOR: via Bluetooth verstuurt deze bloeddrukmonitor automatisch uw bloeddrukmetingen naar de app op uw Smartphone. U krijgt ook feedback op deze meetresultaten aan de hand van kleurcodes.

Gedurende de studie zal u gevraagd worden om twee maal per dag uw bloeddruk te controleren (’s morgens en ’s avonds), één maal per week uw gewicht in te geven in de app en de activiteitsmeter continu te dragen. U zal de info die de activiteitsmeter en de bloeddrukmeter geven kunnen nakijken in de app. Voordat de studie start zal de vroedvrouw samen met u de app installeren op uw smartphone en de apparaten met uw smartphone connecteren. Ook zullen jullie samen éénmalig een meting uitvoeren, zodat dit duidelijk is voordat u dit zelfstandig thuis gaat uitvoeren. Wanneer u nog vragen heeft over de werking van de toestellen kan u deze stellen tijdens dit moment, of kan u haar altijd bereiken op het nummer dat op het einde van dit formulier wordt meegegeven.

Bij het begin en op het einde van de studie zullen er samen met u enkele vragenlijsten overlopen worden. Dit om te vragen naar o.a. uw medische voorgeschiedenis, uw vorige en huidige zwangerschap, enkele demografische gegevens en tot slot hoe de zwangerschap en bevalling verlopen zijn. Bijkomend kan het zijn dat we de medische facturen van uw huidige zwangerschap opvragen bij uw ziekenhuis. Dit om later een kostenbatenanalyse te kunnen maken.

Wij hopen dat er minimum 6054 zwangeren ouder dan 18 jaar mee zullen doen aan dit onderzoek, wat ons heel veel nuttige informatie zal geven over hoe we de technologie kunnen verbeteren en in de toekomst kunnen integreren in de gezondheidszorg.

Wat zijn de voordelen?

Uw deelname aan deze studie kan leiden tot een verhoogd vertrouwen in het onder controle houden en begrijpen van het voorkomen van verhoogde bloeddrukken en/of pre-eclampsie tijdens de zwangerschap. Door een vroege detectie van een bloeddrukstijging kan de behandeling efficiënter verlopen en is er minder mortaliteit en morbiditeit voor zowel de moeder als de pasgeborene. Mogelijks zijn er ook economische voordelen aanwezig door een minder intensief zorggebruik.

Uw deelname aan deze studie zal ons onderzoek informeren en ons helpen om de manier waarop technologie thuis gebruikt kan worden om zwangeren hun bloeddruk onder controle te houden te verbeteren. Dit zal anderen in de toekomst ten goede komen, die dergelijke technieken zouden kunnen gebruiken.

Uw deelname aan deze studie brengt geen extra kosten mee voor u. Er wordt tevens geen vergoeding voorzien voor deelname aan deze studie.

Deze studie werd goedgekeurd door een onafhankelijke Commissie voor Medische Ethiek verbonden aan het UZA, de UHasselt, het ZOL, UZLeuven, AZ-Sint Jan en AZ-Sint Lucas en wordt uitgevoerd volgens de richtlijnen voor de goede klinische praktijk en de verklaring van Helsinki opgesteld ter bescherming van mensen deelgenomen aan klinische studies. In geen geval dient u de goedkeuring door de Commissie voor Medische Ethiek te beschouwen als aanzet tot deelname van deze studie.

Wat zijn de risico’s?

Geen van de toestellen of technologieën vormen een risico voor u of uw ongeboren kindje. De enige tijd die we vragen te investeren is om twee maal daags de bloeddruk te meten en één maal per week het gewicht te registreren. De onderzoekers zullen telefonisch beschikbaar zijn om eventuele problemen of bezorgdheden te bespreken.

Contact

Ziekenhuis Oost-Limburg089/32 75 73
Universitair Ziekenhuis Antwerpen038/21 33 50
Universitair Ziekenhuis Leuven016/34 47 50
AZ Sint-Jan Brugge-Oostende050/45 21 11
AZ Sint-Lucas Brugge050/36 91 11

U kan de website van PREMOM II bezoeken via de volgende link

Het vervolgonderzoek

De Cardiovasculaire (CAVA) studie

Ongeveer 4 jaar geleden werd u ouder van een zoon of dochter. Tijdens deze zwangerschap werd u opgevolgd in het Ziekenhuis Oost-Limburg (ZOL) in Genk door het LimPrOn-team van gynaecoloog prof. Dr. Gyselaers. Dit was in het belang van zowel uw gezondheid als die van uw kind, om mogelijke schadelijke effecten van een zwangerschapsvergiftiging te beperken.

Momenteel nodigen we jullie graag uit voor een opvolgonderzoek waarbij we verschillende metingen willen uitvoeren in functie van de huidige gezondheid van mama en kind. Door moeder-kind koppels te onderzoeken willen we onder andere nagaan of kinderen, geboren uit een met hoge bloeddruk belaste zwangerschap, aanpassingen vertonen ter hoogte van de bloedvaten.

Graag willen we een aantal metingen uitvoeren bij zowel mama als kind. Al deze metingen zijn pijnloos en worden op een kindvriendelijke manier uitgevoerd.

Praktische aanpak

Een onderzoeksmedewerker zal u contacteren met de vraag of u wenst deel te nemen aan dit vervolgonderzoek. Om de onderzoeken uit te voeren op het tempo van uw kind vragen we u om 1,5 uur tijd te voorzien. U blijft als ouder steeds in de nabijheid van uw kind.

Afspraken kunnen ingepland worden op woensdagnamiddag, maar afspraken op bepaalde zaterdagen en in de schoolvakanties zijn eveneens mogelijk. Als dank voor uw medewerking ontvangt u voor het hele gezin tickets voor de buitenspeeltuin en het wandelpark Connecterra in Maasmechelen.

De metingen worden uitgevoerd in een onderzoekslokaal van het Limburgs Geboortecohort (UHasselt). Dit kan zowel op Campus Diepenbeek, Gebouw D van de Universiteit Hasselt, als op Campus Ecotron in Maasmechelen.

Welke onderzoeken?

Jules en Marie hebben onze onderzoekjes ook al gedaan, kijken jullie mee naar hun avonturen?

Lengte, gewicht en buikomtrek: Eerst hebben we gemeten hoe groot Jules en Marie geworden zijn en hebben we hen gewogen. Wisten jullie dat Marie de grootste is en dat Jules het meeste weegt?

Het hartritme: Ook plakken we bij het begin van het onderzoek een toestelletje op de borst van uw kindje. Dit zal tijdens het volledige onderzoek het hartritme registreren. Marie lijkt wel een robot met al die knipperende lichtjes, niet?

De bloeddruk: Bij zowel moeder als uw kind meten we vijf keer de bloeddruk. Marie valt er bijna van in slaap, straks gaat ze nog snurken!

De allergrootste bloedvaten: Eén van de grootste bloedvaten van het lichaam kunnen we terugvinden in de hals: de halsslagader. Door middel van echografie bekijken we, bij zowel moeder als uw kind, hoe flexibel deze ader is. Marie kan haar lach maar amper inhouden, zo kriebelt het in haar hals!

De allerkleinste bloedvaten: Eén van de allerkleinste bloedvaten vinden we terug in het oog (achteraan op het netvlies). We gebruiken een fototoestel en een speciale lens waarmee we tot in het oog "kijken". Zo brengen we deze bloedvaten in beeld, en zien we hoe gezond de bloedvaten van uzelf en uw kind zijn. Tijdens dit onderzoek ging Jules op zoek naar een klein, groen bolletje in onze camera, kan jij hem helpen?

Het reactievermogen: Jules heeft ook een computerspelletje mogen spelen op onze tablet. Hierbij hebben we gekeken hoe snel hij was, hoe goed hij bepaalde dingen kon onthouden en hoe lang hij zich kon concentreren. Denk je dat jij het beter kan?

De sterkte van het bot: We gebruiken eveneens een echotoestel, met van die glibberige gel, om te kijken naar de sterkte van het spaakbeen. Hiermee kunnen we zien dat Jules een heel sterk ventje is!

Speeksel en urinestaaltje: Ten slotte verzamelen we ook een urinestaal, waarin we roetdeeltjes kunnen opsporen. Ook kriebelen we Jules zijn wangen, in deze staaltjes bestuderen we de erfelijke aspecten.

Jules en Marie vonden het in elk geval een geweldige dag en hopen jullie snel te mogen ontmoeten in ons onderzoekslokaal op de Universiteit Hasselt!

Route naar de CAVA studie

Adresgegevens en routebeschrijving - UHasselt

limpron@uhasselt.be UHasselt Campus Diepenbeek, Gebouw A

Agoralaan

3590 Diepenbeek

Adresgegevens en routebeschrijving - Ziekenhuis Oost-Limburg

089/32.75.73 Ziekenhuis Oost-Limburg, Departement Gynaecologie, G1.10

Schiepse Bos 6

3600 Genk