Meer dan 40% van de lokale besturen in België niet bezig met circulaire economie

Hoewel steeds meer Belgische steden en gemeenten inzetten op circulaire economie zijn nog steeds meer dan 40% van de lokale besturen er helemaal niet mee bezig. Dat blijkt uit een grootschalige bevraging van Universiteit Hasselt en Universiteit Luik. “Bij de besturen die wél inzetten op de circulaire economie blijft het engagement vaak ook nog zeer beperkt. Nochtans is de circulaire economie cruciaal als we onze klimaatdoelstellingen willen behalen”, zegt onderzoeker Benoit Ruysschaert.

Dr. Benoit Ruysschaert (Foto Jos Van Nitsen) Dr. Benoit Ruysschaert (Foto Jos Van Nitsen)

Circulaire Economie

Alle 581 lokale besturen in België werden het voorbij jaar bevraagd door het Centrum voor Milieukunde (UHasselt) en Smart City Institute (ULiège) over of en hoe zij in hun gemeente inzetten op de transitie naar een circulaire economie. In tegenstelling tot de huidige lineaire economie, die veel grondstoffen aan de natuur onttrekt en afval en vervuiling genereert, staat bij circulaire economie het hergebruik van producten en materialen centraal, net zoals het vermijden van afval, om zo onze impact op het milieu te verkleinen. “Met onze enquête wilden we voor het eerst een zicht krijgen in hoever onze lokale besturen al staan op het vlak van circulaire economie, want het is één van de belangrijkste manieren waarop we onze regionale, federale en Europese klimaatdoelstellingen kunnen behalen”, zegt professor Tom Kuppens die het onderzoek mee begeleidde.

Uit de bevraging, waaraan meer dan de helft van de Belgische steden en gemeenten meewerkte, blijkt dat bijna 60% van de lokale besturen al initiatieven opgestart hebben rond de circulaire economie. “Dat resultaat lag hoger dan we verwacht hadden, want in België zijn er bijvoorbeeld nog maar 7 lokale besturen die de Circular Cities Declaration van Europa ondertekenden. Maar het betekent ook dat 40 procent van de steden en gemeenten hier helemaal nog niet mee bezig zijn”, zegt Benoit Ruysschaert. “Uit bijkomende vragen bleek daarnaast ook dat bij de lokale besturen die wel al initiatieven rond circulaire economie namen, het vaak beperkt bleef tot slechts enkele projecten of doelstellingen in hun meerjarenplan of klimaatactieplan. Slechts 4 lokale besturen gaven aan een formele strategie te hebben voor de circulaire economie.”

Te weinig initiatieven

“Dat zijn toch zorgwekkende cijfers”, zeggen de onderzoekers. “Want steden en gemeenten zijn net erg belangrijke aandrijvers om deze transitie naar een circulaire economie te doen slagen. Zij kunnen in samenwerking met bedrijven, kennisinstellingen en burgerinitiatieven heel wat lokale initiatieven in gang zetten om burgers te tonen dat circulaire economie niet moeilijk is. Denk aan deelauto’s aanbieden, een fietsbibliotheek, organisaties helpen bij de invoer van herbruikbare bekers en het gebruik van herbruikbare verpakkingen stimuleren. Op grotere schaal kunnen lokale besturen bijvoorbeeld circulariteit invoeren als belangrijk criterium bij openbare aanbestedingen.”

Dr. Benoit Ruysschaert (Foto Jos Van Nitsen)

Gebrek aan financiën

De strijd aangaan tegen de klimaatverandering en andere milieuproblemen, en ook de verbetering van de sociale situatie, zoals werkgelegenheid en gelijkheid, bleken voor lokale besturen de belangrijkste drijfveer om in te zetten op circulaire economie. "We zagen dat lokale besturen zich vooral focussen op circulaire oplossingen voor voeding, water en bouw, met de nadruk op lokale productie, maar ook digitalisering", zegt Benoit Ruysschaert. Tegelijkertijd bleek het gebrek aan financiële middelen de grootste hindernis voor lokale besturen. Ook het gebrek van personeel en expertise spelen hierin een rol. “Een gebrek aan politiek draagvlak bleek in mindere mate een hindernis te zijn. Het tekort aan middelen is dus een verklaring voor het beperkte engagement, ondanks de vele Europese, federale en regionale budgetten die beschikbaar zijn voor de circulaire economie. In praktijk zien we echter dat deze middelen vooral naar de grotere steden gaan. Het is nu zaak om te zorgen dat kennis en ervaringen worden gedeeld met kleinere lokale besturen zodat ook zij mee kunnen inzetten op deze transitie.”

Actie ondernemen

“Het is nu tijd voor actie”, benadrukken de onderzoekers. “Bij burgers is er steeds meer animo te merken, dat zie je in de stijgende populariteit van tweedehandskledij en deelwagens en de groeiende bewustwording rond klimaatverandering. Binnenkort stemmen we voor de lokale besturen met een legislatuur tot 2030, eveneens de deadline voor de Europese klimaatdoelstelling om 55% minder CO2 uit te stoten. Voor deze lokale besturen is het dus van belang om intensief in te zetten op de circulaire transitie als we de klimaatdoelstellingen willen waarmaken.”

foto: Benoit Ruysschaert (© Jos Van Nitsen)

Meer cases over
Onderzoek