Universiteit Hasselt - Faculteit Industriële ingenieurswetenschappen
Ingenieur & Maatschappij - 2022
UHasselt - Aula H1 - Diepenbeek - 19u
De lezingen beginnen telkens om 19u00. Na de lezing is er de mogelijkheid om vragen te stellen.
Datum | Topic | Spreker |
---|---|---|
28/11 | Peter Cosyn | |
29/11 | Risico, verantwoordelijkheid en 'dual use' binnen de ingenieurspraktijk | prof. dr. Seppe Segers |
7/12 | Verschillende visies op handicap en hun implicaties voor ingenieurs | prof. dr. Koen Van Laer |
14/12 | Technologie, samenleving en beleid, een moeilijke verhouding | Robby Berloznik |
21/12 | prof. dr. Gustaaf Cornelis |
De transport- en infrastructuurwereld is aan het veranderen: Technologische veranderingen maken Ubertaxi’s en google cars mogelijk. Mondige(r) burgers blokkeren grote infrastructuurprojecten. Steden als Gent en Kopenhagen kiezen ervoor om duurzame fietssteden te worden op basis van klimaatsoverwegingen. Groeilanden worstelen met transportvraagstukken rond verkeersveiligheid, gender, congestie en luchtvervuiling. Covid, energieprijzen en de ontwikkeling van efficiënter batterijen en elektrische motoren doen ons massaal grijpen naar e-steps, speedelecs enz. Personen met een beperking eisen een beter toegankelijke transportinfrastructuur.
Een van de uitdagingen van ingenieurs is het verder ontwikkelen van duurzame transportmiddelen en verzinnen van een leefwereld waar een stijgende bevolking met steeds hogere levensverwachting in kan blijven functioneren. Dit vraagt niet alleen een technologisch inzicht maar ook een open houding en teamwork met andere specialismen. Aan de hand van voorbeelden wordt aangetoond welke rol de ingenieur hier in kan spelen: van het toepasssen van de principes van integral design om technologie en infrastructuur toegankelijk te maken voor iedereen, over het creëren van draagvlak in gecontesteerde infrastructuurprojecten tot het detecteren van gender issues in transportvraagstukken.
Ondanks dat veiligheid wordt voorgesteld als een centrale plicht voor ingenieurs, is het geen vanzelfsprekend begrip. De vraag ‘Hoe veilig is veilig genoeg?’ is niet alleen afhankelijk van contextuele parameters, het is ook een inherent waardegeladen vraag. Het oordeel dat iets veilig genoeg is, veronderstelt een bereidheid om een bepaald risico te aanvaarden. Dat vergt een ethische verantwoording waarom een bepaalde risicograad als aanvaardbaar wordt beschouwd. Dit roept ook vragen op over eventuele grenzen aan de rolverantwoordelijkheid van ingenieurs om risico’s te reduceren tot dergelijk verondersteld aanvaardbaar niveau. Tijdens dit college verkennen we deze vragen aan de hand van het begrip ‘dual use’ (in het Nederlands ook vertaald als ‘tweeërlei gebruik’). We gaan dieper in op de moeilijkheid om te bepalen welke technologie of onderzoek geldt als een dreiging, een risico, of zelfs als een wapen. We staan stil bij het belang van contextualisering en bij mogelijke manieren om met de gevaren van zogenaamd oneigenlijk gebruik om te gaan.
Seppe Segers is als Assistant Professor Biomedical Ethics verbonden aan de Universiteit Maastricht, en als postdoctoraal onderzoeker aan de Universiteit Gent. Zijn onderzoeksdomein omvat in hoofdzaak morele vragen uit de medische ethiek, met bijzondere aandacht voor vraagstukken uit de reproductieve gezondheidszorg en filosofische uitdagingen inzake nieuwe informatietechnologie binnen de geneeskunde, zoals AI. Hij doceert medische ethiek en onderzoeksethiek, en doceerde eerder ingenieursethiek en bioethiek.
Implantaten die mensen opnieuw laten horen, exoskeletten die mensen opnieuw laten lopen, bionische ogen die mensen kunnen laten zien. Steeds meer technologische hulpmiddelen lijken mirakels mogelijk te (gaan) maken. Toch kijken personen met een handicap soms kritisch naar dit soort technische snufjes.
Op basis van inzichten uit Disability Studies wordt in deze lezing dieper ingegaan op verschillende visies op handicap en op wat deze betekenen voor de rol van technologie en ingenieurs in het bevorderen van de inclusie van personen met een handicap in de maatschappij.
Prof. dr. Koen Van Laer leidt de onderzoeksgroep SEIN van de Universiteit Hasselt. In zijn onderzoek focust hij op diversiteit, (on)gelijke kansen en inclusie op de arbeidsmarkt. Hierbij gaat zijn voornaamste aandacht naar de topics handicap en etniciteit.
Goede beslissingen nemen over welke wetenschap en welke technologie we willen, is geen gemakkelijke opdracht. Publieke verwachtingen over wat technologie moet bijdragen aan het maatschappelijk welzijn en wat de overheid doet/niet aan inspanningen daar omtrent, lopen niet altijd samen. Maatschappelijke controverse rond technologie is nooit veraf, zie het nucleaire, genetische modificatie en klonen. Maar anderzijds omarmen we technologische realisaties ook vaak met enthousiasme en tegemoetkoming, zoals geneeskunde, ruimtevaart, informatie- en communicatietechnologie en emissiereductietechnologie. Sedert jaar en dag zijn wetenschappers en deskundigen doende om de technologische ontwikkeling en beleidsvoering daarover op mekaar af te stemmen, vaag met en nog vaker zonder resultaat. Technologie lijkt daarom vaak op iets oncontroleerbaars, onvermijdelijk en gegeven. Maar is dit zo? In deze lezing zal dertig jaar ervaring op dit terrein worden samengevat in een boeiend verhaal van vallen en opstaan, van ontdekken en herontdekken van succes en ontgoocheling, van hoop en wanhoop.
Robby Berloznik is sedert 2021 op pensioen. Hij was senior adviseur en onderzoeksleider voor technologie en maatschappij bij de Vlaamse Instelling voor Technologisch Onderzoek (VITO) in Mol en Director Program voor G-STIC, een wereldwijde serie congressen voor wetenschap, technologie en innovatie, gericht op technologische oplossingen voor de SDG's. Hij heeft een lange carrière in technologiebeoordeling en toekomstverkenning. Van 2001 tot 2012 was hij directeur van het Instituut voor Samenleving en Technologie van het Vlaams Parlement. Hij fungeert eveneens als expert bij de Verenigde Naties, de Europese Commissie en de OESO. In 2017 werd hij benoemd als lid van het Technology Executive Committee van het Klimaatagentschap van de Verenigde Naties.
Wetenschappelijke kennis spruit voort uit een kritische en onderzoekende houding ten aanzien van mens en wereld. Tot zover de theorie. In de praktijk stellen we vast dat die kritische en onderzoekende houding soms ver zoek is. Waarom durven wetenschapsmensen slordig te zijn in hun onderzoek? Is er ook sprake van regelrechte fraude? Valt wetenschappelijke kennis nog wel te vertrouwen?’
Gustaaf Cornelis (°1966) is hoogleraar wetenschapsfilosofie aan de VUB. In 1995 doctoreerde hij met een proefschrift over relativistische kosmologie. Zeer toegankelijke publicaties zijn ‘Eerlijke wetenschap’ (Lannoo Campus, 2013), ‘Met hamer en scheermes: methoden voor fijn en grof denk- of discussiewerk’ (Pelckmans Pro, 2016), ‘Het kleine klimaatboek’ (Gompel & Svacina, 2019). Momenteel bereidt hij een boek voor over het succesvol afleggen van examens.