Instellingsreview

De instellingsreview in 8 vragen en 8 antwoorden

Net als alle andere Vlaamse universiteiten moet ook UHasselt een (tweede) instellingsreview ondergaan. Maar wat betekent dit nu eigenlijk? Hoe werkt zo’n instellingsreview precies? En wanneer beginnen we eraan? Acht vragen, acht antwoorden!

1. Wat is dat, de instellingsreview?

2. Wie zit er in die reviewcommissie?

3. Hoe verloopt de instellingsreview precies?

4. En wanneer vindt de instellingsreview van UHasselt plaats?

5. Wat is de 'Kritische Reflectie' precies?

6. Waarop zal UHasselt in deze instellingsreview focussen?

7. Wat zijn de mogelijke gevolgen van zo'n instellingsreview?

8. Wat met het oordeel ('positief onder voorwaarden') dat UHasselt kreeg na de vorige instellingsreview?

Werkgroep instellingsreview

  1. Wat is dat, de instellingsreview?

    De instellingsreview is een periodieke toetsing van de kwaliteit van het onderwijs van een universiteit of hogeschool. Die gebeurt door een onafhankelijke reviewcommissie aangeduid door de NVAO (de Nederlands-Vlaamse Accreditatie Organisatie). Concreet moet UHasselt in de instellingsreview vier vragen beantwoorden:
    • Sluit het UHasselt-onderwijsbeleid aan bij haar onderwijsvisie en de maatschappelijke uitdagingen waarmee de instelling geconfronteerd wordt?
    • Verzekert UHasselt dat het onderwijsbeleid toewerkt naar de vooropgestelde doelen?
    • Wordt binnen dit beleid op een internationaal aanvaarde wijze de kwaliteit van elke geaccrediteerde opleiding geborgd?
    • Geeft UHasselt blijk van een kwaliteitscultuur op alle niveaus?


    Alle beleidsterreinen ter ondersteuning van de kwaliteit van het onderwijs maken deel uit van de review, dus ook het beleid op vlak van onderzoek en (maatschappelijke en wetenschappelijke) dienstverlening. De kwaliteit op zich van het onderzoek en de dienstverlening wordt echter niet beoordeeld.

    UHasselt en tUL dienen samen een dossier in (zie ook vraag 4).

    NVAO legt in dit filmpje het 'wat' van de instellingsreview haarfijn uit.

  2. Wie zit er in die reviewcommissie?

    De reviewcommissie telt minimaal vijf leden, onder wie één student. Alle leden zijn onafhankelijk en ondertekenen een deontologische code. Leden worden geselecteerd op basis van hun expertise; ze hebben elk ook kennis van het (Vlaamse) hoger onderwijs. Via trainingen worden ze intensief voorbereid op hun opdracht (met onder meer een ‘spoedcursus UHasselt’). De commissieleden zetelen trouwens in de instellingsreview van meerdere Vlaamse universiteiten en hogescholen.

  3. Hoe verloopt de instellingsreview precies?

    De instellingsreview verloopt in drie stappen.

    Eerst zal UHasselt de ‘Kritische Reflectie’ moeten voorbereiden (zie ook vraag 5). Die is nodig voor de officiële aanvraag tot instellingsreview (in januari 2022). Hierbij zal UHasselt moeten stilstaan bij en reflecteren over het onderwijs en de kwaliteitsbewaking in de afgelopen jaren. Ook studenten en personeelsleden worden bij die oefening actief betrokken.

    Als tweede stap volgt de dialoog met de reviewcommissie. Die verloopt in twee fasen. Eerst is er een verkennende dialoog, waarbij de commissie de instelling leert kennen. Daarna maken de commissieleden een onderzoeksvoorstel op, met oog op een twééde dialoog. Die volgt minstens elf weken later en duurt maximum drie dagen. Tijdens die dialoog zal de reviewcommissie via ‘review trails’ antwoorden zoeken op haar vragen.

    Vooraleer de formele gesprekken starten, is er trouwens nog een meet and greet met de commissieleden. Op die manier kunnen ze zich, op een informele manier, al een beeld vormen bij de kwaliteitscultuur. Ook jij krijgt voor die meet and greet nog een uitnodiging in de bus…

    Als derde en laatste stap stelt de commissie haar beoordelingsrapport op. Dat geeft aan wat goed loopt; analyseert zowel sterktes als succesfactoren; en benoemt eveneens kansen en uitdagingen. Uiteraard formuleert de commissie ook aandachtspunten en aanbevelingen. Op basis van het advies in dit rapport zal de NVAO dan een besluit nemen: 'positief', 'negatief' of 'positief met beperkte geldigheidsduur' (zie ook vraag 7). Zo snel mogelijk na dat besluit krijgen natuurlijk ook personeelsleden en studenten het resultaat te horen.

    TIJDSLIJN INSTELLINGSREVIEW


  4. En wanneer vindt de instellingsreview van UHasselt plaats?

    Elke universiteit en hogeschool doorloopt tussen 2020 en 2025 – voor een tweede keer – de instellingsreviewprocedure. UHasselt is aan de beurt in academiejaar 2021-2022. In januari 2022 dient ze haar aanvraag in; de locatiebezoeken volgen dan enkele maanden later, in de periode maart-mei 2022 (zie ook tijdslijn).

    Ook UGent en KU Leuven hebben in 2021-2022 hun instellingsreview. Voor VUB en UAntwerpen is die dit academiejaar (2020-2021) gepland.

    Universiteiten/hogescholen kunnen ook samen een dossier indienen. In dat geval zijn ze ook onderworpen aan dezelfde instellingsreview – met één beoordelingsrapport en één besluit. Dat is zo voor UHasselt en transnationale Universiteit Limburg (tUL).

  5. Wat is de 'Kritische Reflectie' precies?

    De ‘Kritische Reflectie’ biedt de reviewcommissie inzicht in het onderwijsbeleid van de universiteit, de context waarin dat uitgerold wordt en de keuzes die UHasselt daarbij gemaakt heeft. Zo’n Reflectie geeft ook een stand van zaken van de implementatie van het onderwijsbeleid – en alle sterktes en aandachtspunten die daarbij aan de oppervlakte zijn gekomen.

  6. Waarop zal UHasselt in deze instellingsreview focussen?

    De focus zal vooral liggen op de eigenheid van de universiteit: het civic onderwijs; ons unieke onderwijsmodel; de employability skills waarop we in alle opleidingen inzetten; én studentenparticipatie.

  7. Wat zijn de mogelijke gevolgen van zo'n instellingsreview?

    Dat hangt sterk af van het eindoordeel van de NVAO. Een positief besluit zal de uitstraling van de instelling bij (potentiële) studenten, partners en stakeholders natuurlijk alleen maar vergroten. Bij een negatief besluit zullen er, naast de instellingsreview, opleidingsaccreditaties aangevraagd moeten worden. Dat is ook het geval wanneer een instelling niet heeft voldaan aan de voorwaarden opgelegd na een positief besluit met beperkte geldigheidsduur.

  8. Wat met het oordeel ('positief onder voorwaarden') dat UHasselt kreeg na de vorige instellingsreview?

    Die eerste ronde instellingsreviews (2015-2017) was een ‘nulmeting’. Daarom kwam er ook geen formele opvolging van het ‘positief oordeel onder voorwaarden’ dat UHasselt destijds kreeg (klik hier voor de grote lijnen van het oordeel van de reviewcommissie destijds). Na deze ronde zal dat wél gebeuren (zie ook vraag 7).

    Maar: samen gaan we de kracht van ons onderwijs en van onze kwaliteit als universiteit tonen. Samen gaan we voor een positief oordeel.

Om de Instellingsreview voor te bereiden werd een centrale werkgroep opgericht. De leden van de werkgroep komen uit de verschillende geledingen en faculteiten van UHasselt en tUL en fungeren als ‘ambassadeur’, ook studenten maken hier deel van uit.

De werkgroep instellingsreview wordt voorgezeten door de vicerector onderwijs, Wanda Guedens.

Daarnaast zijn volgende leden betrokken:

  • Bernard Vanheusden, rector
  • Ken Haenen, vicerector onderzoek
  • Piet Pauwels, decaan faculteit Bedrijfseconomische wetenschappen
  • Roos Peeters, vicedecaan faculteit Industriële ingenieurswetenschappen
  • Monique Van Erum, OMT-voorzitter bachelor in de Revalidatiewetenschappen en kinesitherapie
  • Marc Gysens, OMT-voorzitter bachelor en master in de informatica
  • Roeland Buckinx, administratief directeur faculteit Geneeskunde en levenswetenschappen
  • Marieke Swerts, stafmedewerker onderwijs faculteit Architectuur en Kunst
  • Merel Vrancken, doctoraatsbursaal faculteit Rechten
  • Sarah Schoenmakers, gastprofessor Universiteit Maastricht faculteit Rechten
  • An De Backer, academisch beheerder
  • Saskia Bas, directeur dienst Onderwijscoördinatie en Studentenzaken
  • Lien Mampaey, directeur dienst Onderwijsbeleid en Kwaliteitszorg
  • Arne Biesmans, stafmedewerker rectoraat

Studentleden:

  • Jelle Degeest, voorzitter StuRa
  • Timo Meus, faculteitscoördinator Revalidatiewetenschappen

Volgende stafmedewerkers kwaliteitszorg ondersteunen de werkgroep:

  • Sofie Swinnen
  • Anthe Snellinx

Nog vragen, contacteer ons gerust!