Examens met meerkeuzevragen

Wat moet je kennen?

Verwerk de leerstof op een actieve manier.  Vermijd het passief lezen van de cursus gericht op herkenning. Meerkeuzevragen kunnen peilen naar:

  • Details, definities, opsommingen …
  • Verbanden, toepassingen in nieuwe contexten
  • Ook oefeningen kunnen gevraagd worden via een multiple-choice examen!

Ontdek de verschillende soorten multiple choice vragen en hoe je hierop voor te bereiden (website)

Informeer je

Lees de instructies grondig zodat je weet welk ‘soort’ meerkeuze-examen je aflegt. Vb.

  • Wordt er een correctie voor gissen toegepast?
  • Is er verhoogde cesuur?
  • Wordt er met zekerheidsgraden gewerkt?
  • Is er slechts één antwoord correct, of kunnen er meerdere juiste antwoorden zijn?

→ Deze informatie bepaalt mee je examenaanpak:

  • Als er geen giscorrectie wordt toegepast, kan je best alle vragen invullen, ook als je het antwoord niet zeker weet. Je hebt immers niets te verliezen.
    DOCIMO-examens zijn bijvoorbeeld examens zonder giscorrectie. Bij een DOCIMO-examen moet je voor elke examenvraag aangeven hoe zeker je ervan bent dat jouw antwoord correct is. De mate waarin jij jouw kennis kan inschatten, wordt meegenomen in de puntentelling.
    Weet je op een DOCIMO-examen helemaal niet zeker of jouw antwoord correct is? Vul dan een lage ‘zekerheidsgraad’ in.
  • Als er wél giscorrectie is, vul je best enkel in wat je (redelijk) zeker weet, want voor elk fout antwoord worden er punten afgetrokken.
    Een examenvraag die je open laat (niet beantwoordt) levert je dan nul punten op, voor elke fout ingevulde vraag verlies je punten (vb. -0.25).
    Werk systematisch en in rondes, zoals hieronder beschreven wordt.

Gaat het om een online of on campus examen?

  • On campus
    voorzie voldoende tijd aan het einde van het examen om je antwoorden over te brengen op het antwoordformulier.
    controleer voor je indient of je jouw antwoorden correct hebt overgebracht.
  • Online
    bevraag je over de mogelijkheden van de software en stem je aanpak hierop af.
    vb. kan je vragen overslaan? kan je terugkeren naar een vorige vraag? kan je antwoorden verbeteren? …

Werk in rondes

Ronde 1: werk vraag per vraag af

Lees de vraag zeer aandachtig. Onderstreep sleutelwoorden in de vraag (vb. kernbegrippen, woorden als ‘altijd’, ‘niet’ …).
Lees de vraag daarna nog een keer en beantwoord ze, ZONDER naar de antwoordalternatieven te kijken.
Lees dan pas de antwoordalternatieven één voor één.

  • Antwoordalternatieven die duidelijk onjuist zijn, schrap je meteen
  • Weet je het juiste antwoord? Duid dit aan
  • Twijfel je tussen enkele antwoordalternatieven? Laat deze vraag dan voorlopig open, ga door naar de volgende vraag

Ontdek nog meer tips om meerkeuzevragen op te lossen (filmpje, 3’)

Ronde 2: buig je over de overblijvende vragen

  • Lees de opengelaten vragen nog een keer
  • Weet je ondertussen het antwoord? Vul dit dan in
  • Laat open wat je niet zeker weet

Ronde 3: tellen en strategisch invullen

Tel hoeveel vragen je na deze tweede ronde hebt ingevuld: hoeveel punten levert dit je op?
Heb je nog ruimte om enkele vragen waarvan je niet zeker bent in te vullen? Als er correctie voor gissen wordt toegepast, is dit doorgaans niet aan te raden!

Oefen en maak kennis met de valkuilen van een meerkeuze-examen (website)

Lees na, maar verbeter niet te veel

Lees de vragen en je antwoorden na.

  • Ontdek je een telfout of krijg je een nieuw inzicht? Verbeter dan je antwoord
  • Begin je plots te twijfelen: laat je oorspronkelijke antwoord staan, je eerste antwoord is meestal het beste