Studiemotivatie opkrikken

Je bent nooit slechts voor één activiteit gemotiveerd. Meestal ben je op een bepaald moment voor verschillende zaken gemotiveerd. Er zijn dan wat men noemt ‘concurrerende motivaties’. Je bent gemotiveerd voor je studies (= studiemotivatie), maar ook voor bijvoorbeeld de sportclub of de jeugdbeweging. Of om uit te gaan met je vrienden en een fijne studententijd te beleven.

De sterkte van je motivatie voor een bepaalde activiteit op een bepaald moment, wordt bepaald door drie factoren:

  • de aantrekkelijkheid van de activiteit, de mate waarin je de activiteit fijn of nuttig vindt
  • de kans dat je de activiteit met succes zal uitvoeren, de kans op slagen
  • de tijd die je nog verwijderd bent tot je doel, de tijd verwijderd tot succes of beloning

Op welke manier kan je jouw studiemotivatie opkrikken

Aantrekkelijkheid van de activiteit verhogen

Probeer het studeren aantrekkelijker te maken door bijvoorbeeld:

  • Je studieplaats gezellig in te richten zodat je er graag vertoeft
  • Je studieactiviteiten af te wisselen: blok geen hele dag woordjes Frans, maar wissel af tussen theorie blokken, oefeningen maken, teksten lezen, voorbeeldexamenvragen oplossen, …
  • Jezelf uitdagende maar haalbare korte termijn doelen op te leggen die bijvoorbeeld op het einde van de week gehaald moeten worden
  • Jezelf doelen te stellen op lange termijn en vervolgens een effectieve route uit te stippelen die naar dit doel leidt
  • Je intrinsieke en extrinsieke motivatie op te krikken (zoals in het voorgaande tabblad werd beschreven)
  • Een plan van aanpak te ontwikkelen voor elk vak (hoe ga je de leerstof verwerken: schematiseren? Leren van slides? Leren van nota’s?, …)
  • Actief te studeren : beperk je niet tot het passief lezen van de leerstof, maar doe er iets mee: in eigen woorden herformuleren, schematiseren, samenvatten, eigen voorbeelden zoeken, …
    Meer tips over actief studeren vind je bij het thema 'Studiemethode'
  • De relevantie van het opleidingsonderdeel proberen te zien en de leerstof te linken aan je interesses, de actualiteit, je latere beroep, …
  • Regelmatig en met regelmaat te studeren: leerstof niet laten opstapelen en voldoende pauzes nemen (studeer niet tot je écht niet meer kan, maar pauzeer op regelmatige tijdstippen zodat je daarna ook graag weer begint) (raadpleeg hieromtrent ook het thema 'Studieplanning')
  • De ‘concurrerende motivaties’ te beperken. Als er minder alternatieven zijn, wordt studeren vanzelf aantrekkelijker. Indien je té veel hobby’s hebt, kan je overwegen er eentje te laten vallen. Scherm andere leuke activiteiten af tijdens het studeren (vb. zet je gsm, facebook, … af, zodat je geen uitnodigingen voor andere activiteiten kan krijgen, breng je omgeving op de hoogte van je studiemomenten zodat men je met rust laat, …)

Kans op succes verhogen

Er is zowel een objectieve als een subjectieve kans op succes. De objectieve kans op succes is bijvoorbeeld de slaagkans of het slaagpercentage voor een bepaald vak. De subjectieve kans op succes is het de kans die jij jezelf geeft om te slagen, het geloof in jezelf en in het feit dat je kan slagen.

De objectieve kans op succes verhogen kan je als volgt doen:

  • Regelmatig studeren: een concrete en realistische planning opstellen en naleven (raadpleeg ook het thema Timemanagement) Door regelmatig te studeren, zal je bovendien het gevoel hebben dat je de leerstof beter beheerst, waardoor je ook liever studeert (je doet graag waar je goed in bent), dus de aantrekkelijkheid van de taak en de intrinsieke motivatie worden hierdoor groter.
  • Zelfkennis ontwikkelen (zoek eens uit: hoeveel bladzijden kan je per uur verwerken?, in welke vakken ben je goed en welke vind je moeilijker?, …)
  • Je kennis controleren (probeer de leerstof in je eigen woorden met gesloten boek na te vertellen, maak oefeningen, los voorbeeldexamenvragen op, …)

De subjectieve kans op succes, het geloof in je eigen kunnen, kan je verhogen door:

  • Je successen aan jezelf toe te schrijven en jezelf ervoor te belonen (zeg: ‘dat heb ik goed gedaan!’ en niet: ‘ik heb gewoon geluk gehad’)
  • Niet zwart-wit te denken (zeg: ‘ik sta een uurtje achter op mijn planning, maar als ik nu begin te studeren, lukt het me vast wel om het in te halen’ en niet: ‘ik kan gewoon niet studeren… mijn planning loopt nu al in het honderd’)

Tijd tot het bereiken van je doel verkleinen

Als je doel nog ver in de tijd van je verwijderd is, zal je weinig motivatie voelen om gedragingen te stellen om dit doel te bereiken. Het is een kunst om dit lange termijn doel (vb. behalen van het diploma) te vertalen naar doelstellingen die dichter bij zijn in de tijd.

Enkele suggesties:

  • Stippel een route uit naar je lange termijn doel door het zetten van tussentijdse doelstellingen. Deel je lange termijn doel op in een aantal tussenstappen die je achtereenvolgens wil bereiken.
  • Vertaal tussendoelstellingen naar weekdoelen. Specificeer per vak en per week wat je wil bereiken en werk daarnaar toe (meer hierover lees je bij het thema 'studieplanning')

Heb je na het lezen van deze informatie nog vragen of nood aan begeleiding? Contacteer je studiebegeleider.